Een geheime zwangerschap

Door Sterre Schlink

Het is zondag 25 mei 1941 als politieagent Hermanus Theodorus Feldkamp een huis aan de Mikkeldonkstraat in Oss binnen stapt. In de woonkamer ligt een 36-jarige vrouw genaamd Johanna opgebaard in een houten kist. In het dorp gaan geruchten dat Johanna is overleden aan de gevolgen van een illegale abortus. Op last van de burgemeester van Oss neemt agent Feldkampt haar lijk in beslag en stelt hij een onderzoek in.

Wat begon als een normale dag

24 mei begint als een normale zaterdag voor Piet, de veertienjarige zoon van Johanna. Als hij om half negen op staat, is zijn vader al lang op zijn werk. Samen met zijn moeder, oudere broer en twee jongere broertjes zit hij aan het ontbijt. Zijn moeder heeft stevige trek en eet zes boterhammen met spek. Na het ontbijt gaat zijn oudere broer, Johan, weg en Piet helpt zijn moeder met het huishouden. Om half elf gaat hij zelf op pad om zijn moeders fiets op te halen. Als hij iets na twaalf thuis komt, is zijn oudere broer in paniek en ligt zijn moeder dood achter het ledikant in de woonkamer.

Als Johan om twaalf uur thuis komt, merkt hij meteen dat alle ramen dicht zijn en dat de deur op de grendel zit. Hij klimt via de hooizolder naar de gewone zolder waardoor hij toch het huis binnen kan. In de woonkamer ziet hij zijn moeder op haar buik op de vloer liggen. Hij snelt naar haar toen maar ze wordt niet wakker. Op dat moment komt zijn jongere broertje Piet thuis. Hij doet de deur voor hem open en vertelt wat er aan de hand is. Samen gaan ze de buren waarschuwen. Al snel komen buurvrouwen Gielis, Nederkoorn en van Grunsven kijken. Ze tillen Johanna op het bed dat in de woonkamer staat en proberen haar wakker te krijgen. Al snel merken ze dat hun poging tevergeefs is en dat Johanna is overleden.

De gummispuit

Tijdens het optillen van Johanna merkt mevrouw Nederkoorn dat ze op iets is gaan staan. Voor haar op de grond ligt een gummispuit. Ze raapt het op en geeft het aan mevrouw Gielis, die het op haar beurt de gummispuit in de bedstee in de keuken legt. Ook ontdekken de vrouwen een emaillen bak gevuld met bruin vloeistof op de vloer. Als Johanna op het bed ligt, spreken ze af dat mevrouw van Grunsven bij haar blijft totdat Johanna’s man Marinus terug van zijn werk is. Even later komt Toos de zus van Johanna langs. Ze heeft van Piet gehoord wat er is gebeurd en vraagt waar de gummispuit is gebleven. Mevrouw van Grunsven wijst haar de spuit aan en Toos stopt het ding onder haar trui. Op de weg terug naar huis slingert ze het ding de bosjes in.

Het onderzoek

De volgende dag gaan er veel geruchten de ronde in Oss. De politie krijgt er ook lucht van en stelt een onderzoek in. Het lichaam van Johanna wordt overgebracht naar het ziekenhuis zodat haar doodsoorzaak kan worden onderzocht. Ook worden haar familie en buren ondervraagden komen een aantal interessante feiten aan het licht. Zo vertellen de buurvrouwen dat ze niet wisten dat Johanna zwanger was en vertellen ze over de vondst van de gummispuit en de met bruin vocht gevulde emaillen waskom. Alle drie zeggen ze niet te weten waarvoor de spuit dient. Verder vertelt mevrouw van Grunsven dat Toos, de zus van Johanna die spuit heeft meegenomen.

Daarna wordt een buurman verhoort. Hij verklaart aan de politie dat hij Johanna op de ochtend van haar dood nog heeft gesproken. Ze vertelde hem dat ze al ruim vier maanden zwanger was en dat ze naar Den Bosch is geweest om daar een abortief middeltje te kopen. Het verhoor met Marinus, de man van Johanna, geeft goed inzicht in hun relatie. Hij verklaart dat ze al ruim vijftien jaar zijn getrouwd en samen vier kinderen hebben. Toch is hun relatie niet goed. Ze hebben vaak ruzie en Johanna heeft hem al meerdere keren tijdelijk verlaten. Ook vertelt hij dat Johanna drie maanden geleden van de hooizolder is gevallen. Ze heeft toen vijf weken in het ziekenhuis gelegen. Sindsdien klaagde ze over pijn in haar rug.

Dinsdag 20 mei had ze een afspraak bij een specialist in Den Bosch en 26 mei zou ze een vervolgafspraak hebben. Ook verklaart Marinus dat zijn vrouw sinds ze naar het ziekenhuis is gegaan niet meer ongesteld is geworden en dat hij vermoedde dat ze zwanger was. Ze had ook verschillende symptomen die ze bij eerdere zwangerschappen had gehad, toch had hij dit vermoeden niet met haar gedeeld.

Tot slot wordt Toos de zus van Johanna verhoort. Ze verklaart aan de politie dat ze een hele goede band met haar zus had, maar dat Johanna haar niet had verteld dat ze zwanger was. Dinsdag 20 mei waren Johanna en Toos samen nog naar Den Bosch geweest. Ze had haar zus naar het ziekenhuis gebracht en was toen zelf gaan wandelen. Ze hadden om twaalf uur bij de Hema afgesproken, maar Johanna kwam anderhalf uur te laat. Daarna hadden ze samen nog even gewinkeld en de trein terug naar Oss gepakt. Daar gingen ze ook nog even langs een winkel en bezochten hun moeder. Johanna laat daar nog zien wat ze allemaal heeft gekocht. Er zit geen gummispuit bij en ook geen medicijnflesjes of doosjes.

Verder voelt de politie Toos aan de tand over de gummispuit. Mevrouw van Grunsven heeft namelijk verklaart dat Toos die van het plaats delict mee heeft genomen. Toos geeft toe dat ze de spuit onderweg in de bosjes heeft gegooid. Ze wist zelf niet waarvoor die spuit diende en had er nog nooit een gezien, maar mevrouw van Grunsven had haar verteld dat die spuit kon worden gebruikt voor een abortus. Ze geeft toe dat ze niet wilde dat deze spuit bij haar zus werd gevonden dus heeft ze hem meegenomen. Later wijst ze nog de plek aan waar ze de spuit heeft weggegooid, maar de politie vindt hem niet terug.

Conclusie van het onderzoek

Na een grondig onderzoek concludeert de politie dat niemand na de buurman in de woning van Johanna is geweest. Daarnaast was de woning van binnenuit vergrendeld, wat er op duidt dat Johanna tijdens het uitvoeren van de abortus alleen was. Er wordt dus niemand vervolgd en het lichaam van Johanna wordt vrijgegeven. Het proces-verbaal van deze zaak brengt een aantal opvallende dingen aan het licht. Johanna is niet gelukkig binnen haar huwelijk en is al meerdere keren weggegaan.

Ergens rond januari of februari is ze opnieuw zwanger geraakt. Iets later ‘valt’ ze van de hooizolder. Marinus laat het klinken als een ongeluk maar jezelf laten vallen was een bekende manier om een miskraam op te wekken. Grote kans dat Johanna al in de eerste paar weken van haar zwangerschap heeft geprobeerd de zwangerschap te verstoren. Toen dit niet lukte, heeft ze gezocht naar andere manieren. Zo koopt ze een abortief middeltje en probeert ze een miskraam op te wekken met een gummispuit. Johanna had geen beschikking over anticonceptie en een abortus was verboden.

Ze kon dus geen medische hulp krijgen en was aangewezen op zichzelf. Dit werd haar uiteindelijk fataal. Het verhaal van Johanna laat zien dat vrouwen zich niet lieten tegenhouden door het abortusverbod. Ze probeerden op verschillende manieren grip te krijgen op hun vruchtbaarheid. Abortus was vaak hun laatste redmiddel. Ze wisten dat er grote risico’s aan verbonden zaten en dat sommige vrouwen het met hun leven moesten bekopen. Johanna is helaas een van die vrouwen. Ze wordt maar 36 jaar en laat haar jonge gezin achter.

Luister hier ook naar de podcast over deze zaak

Bron: 7366 Gemeentepolitie Oss, 1856 –1944, inv nr. 68

Dit verhaal is geschreven voor het projectcollege Alledaagse Criminaliteit in Oorlogstijd. Een samenwerkingsverband tussen studenten Geschiedenis en Actualiteit van de Radboud Universiteit en het BHIC. Dit verhaal staat ook centraal in de zesde aflevering genaamd Vrouwen en abortus van de podcast Vrouwen Buiten Zicht: daders en slachtoffers in turbulente Brabantse tijden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *