Maakt gelegenheid de dief?

Door Maaike van der Linden

Maakt de gelegenheid de dief? Een jong meisje gekleed als dienstmeisje kwam vlees halen voor een hoteleigenaar in Oss. Wilhelmina vond er niets vreemds aan. Totdat zij naar het desbetreffende hotel ging om haar geld te halen en te horen kreeg dat de hoteleigenaar zijn personeel nooit de opdracht had gegeven vlees bij haar te halen. Het meisje uit de slagerij stond niet tussen de dienstmeisjes van het hotel. Wie was het meisje in de slagerij dat gekleed was als dienstmeisje en waarom loog zij?

Een mooie zomerdag

Het is een prachtige zomerdag op zondag 7 juli 1940. Alida kan echter niet van het mooie weer genieten. Zij zit op het politiebureau in Oss. Wilhelmina heeft aangifte gedaan van de gebeurtenis in haar slagerij en beschreven hoe de dader eruitzag. De beschrijving komt overeen met het uiterlijk van Alida. Daarnaast wist het zoontje van Wilhelmina te vertellen dat het meisje in de slagerij bekend staat als Alie. Tegenover Alida zit een agent, een Nederlandse agent. Want hoewel Duitsland ongeveer twee maanden geleden Nederland is binnengevallen, is er op dat moment nog niet veel te merken van de bezetting. De Nederlandse bevolking en haar bezittingen werden nog zoveel mogelijk ontzien.

De slachtoffers

Alida verwachtte door haar werkwijze (producten op andermans rekening kopen) bij verschillende winkeliers uit te voeren dat zij niet gepakt zou worden. Helaas heeft ze het een keer te veel gedaan of een keer bij de verkeerde. Wilhelmina is dus niet de enige gedupeerde winkelier. Al snel blijken er meer slagers te zijn die vertellen dat er een meisje op rekening vlees kwam halen maar wanneer zij hun geld probeerden te halen bij rekeninghouder, deze van niets wist. Ook de bakker en de eigenaar van de manufacturenwinkel hebben eenzelfde soort verhaal. Allemaal verklaren ze geen idee te hebben wie het meisje was maar dat ze haar op haar woord geloofden.

Als de agent dit aan Alida vertelt, kijkt ze hem aan en zegt dat de winkeliers die haar hielpen haar blijkbaar geloofde. Ze lijkt niet onder de indruk te zijn van wat de agent zegt. Het is bijna alsof ze vindt dat het de schuld van de winkeliers is dat ze zonder te betalen met de producten is weggekomen. Rustig vertelt ze in welke winkels ze is geweest, wat ze daar op rekening kocht en wat ze er vervolgens mee heeft gedaan. Ze vertelt dat ze het vlees meestal aan haar stiefmoeder gaf. Eenmaal heeft ze de gestolen worst zonder medeweten van haar stiefmoeder met haar kleine broertjes opgegeten. De enige keer dat ze echt iets voor haarzelf hield was toen ze gebakjes en bonbons had gehaald bij de bakker. Ze heeft deze in het park zelf opgepeuzeld.

De stiefmoeder is geschrokken van het verhaal maar lijkt niet erg verbaasd te zijn. Ze zegt dat Alida een leugenachtig karakter heeft. Zij en de vader van Alida durven haar niet meer als dienstmeisje te laten werken omdat zij de boel bij elkaar zou liegen. Bernardus, eigenaar van een manufacturenwinkel verklaart hetzelfde: “Ongeveer één jaar geleden heb ik een dienstmeisje Alida gehad. Dit meisje heb ik ontslagen omreden dat zij niet eerlijk was.”

Het gezin

Alida’s stiefmoeder verklaart dat ze het wel gek vond dat Alida steeds met vlees thuiskwam omdat het gezin helemaal geen geld had om dit te kunnen betalen. Volgens haar wist Alida dat ook. De vader van Alida verdiende namelijk maar 20 tot 22 gulden per week. Al was ze blij dat hij tenminste werk had omdat de werkloosheid tijdens de Tweede Wereldoorlog zo ontzettend hoog was. Met een gezin van acht kinderen en twee volwassenen was elk loon meer dan welkom.Alida liegt tegen haar over hoe ze aan de producten kwam. Ze zegt dat ze die gekregen heeft of dat ze die op rekening had gekocht en dat haar stiefmoeder maar een paar centen moet geven aan de winkelier als blijk van goede wil.

Ook over haar stiefmoeder zegt ze: mijn moeder geloofde dit blijkbaar. De agent fronst. Hij kan maar niet begrijpen waarom Alida de vele diefstallen pleegde. Wilde ze het gezin helpen? Of vond ze de winkeliers maar dom en wilde ze kijken hoe vaak ze met dezelfde streek weg kon komen? Een meisje van zestien zou toch echt wel beter moeten? Of maakt de gelegenheid soms de dief? Dacht hij bij zichzelf.

En toen…

De zaak van Alida gaat naar de kinderrechter in Den Bosch die Alida in 1941 veroordeeld tot een bepaalde periode van terbeschikkingstelling van de regering. Wat de precieze invulling hiervan is, is niet bekend. terbeschikkingstelling van de regering betekent voor minderjarigen meestal dat ze naar een rijksopvoedingsgesticht gingen zoals een tuchtschool. Van Alida weten we dit alleen niet. Waar ze ook is beland, waarschijnlijk heeft het geholpen want Alida is zover bekend nooit meer in aanraking geweest met de politie.

Luister ook naar de podcasts in de serie Vrouwen Buiten Zicht

Bron: Archief 7366 Gemeentepolitie Oss 1856 –194434-132 Afschriften c.q. doorslagen Processen-verbaal gemeentepolitie Oss

Nummer 65

Dit verhaal werd geschreven door studenten Geschiedenis en Actualiteit aan de Radboud Universiteit te Nijmegen voor het projectcollege Alledaagse Criminaliteit in Oorlogstijd in samenwerking met het BHIC.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *